Uit het Coronawoordenboek

Het coronawoordenboek: meer woorden dan u lief zijn

Het Van Dale Woord van het Jaar 2020 is ‘Anderhalvemetersamenleving’. In Nederland bestaat de verkiezing, waarbij iedereen woorden kan nomineren, sinds 2003. De bedoeling is dat het woord van het jaar een beeld geeft van gebeurtenissen die hun stempel drukten op het betreffende, afgelopen jaar. Natuurlijk is het fijn als onze taal groeit. Maar wij schrokken van het aantal nieuwe, corona gerelateerde woorden. Het zijn er tenminste 700. We hebben enkele tientallen woorden geselecteerd.

Uit het Coronawoordenboek

Aanhoesten, lockdown, afstandschaamte, amateurviroloog, anticoronafeest, balkoncert, bemondkapt, besmettingscurve, besmettingshaard, contactapp, contactberoep, contactonderzoek, corona, coronahamsteraar, coronahoester, coronakapsel (zeer herkenbaar), coronamoe (ook herkenbaar), coronaontkenner (niet herkenbaar), coronascheiding, coronateststraat, cruciaal beroep, ellebooghoesten, face shield, gelaatsmasker, gelaatsscherm, groepsimmuniteit, halfgelaatsmasker (tegenover) volgelaatsmasker, handgel, intelligente lockdown, iPad-zuster, het Irma-effect, kuchscherm, looplijn, mondkapjesfraude, mondkapjessamenleving, mond-neusmasker, ouderenuurtje, quarantainehotel, raamvisite, reproductiegetal (R), schijnveiligheid, spatmasker, stockdown, thuisquarantaine, vouchervakantie, zorgapplaus, zorgheld.

Om u misschien op te vrolijken

Tot uw schrik herkende u waarschijnlijk (te) veel coronawoorden. Maar herinnert u zich deze nog? Blokkeerfries, appongeluk, treittervlogger, sjoemelsoftware, selfie, project X-feest, tuigdorp, gedoogregering, ontvrienden, Bokitoproof.

En de Boomer: ‘een (meestal oudere) persoon met ouderwetse denkbeelden of conservatieve opvattingen’. “Het woord boomer wordt vaak door jongeren gebruikt om ouderen tot zwijgen te brengen”. Oké.